1
Ruiters van de compagnieën in
Bergen op Zoom doen diverse verzoeken tot invoer van paarden. De volgende
ruiters uit de compagnie van ritmeester
Brochum vragen voor zichzelf en de
compagnie:
Pieter van Heist, vier
paarden;
Aert
van Tongeren, kwartiermeester, twee paarden en
vier
bidets;
Jan Pieterssen van
Ittegem,
vier paarden;
Hendrick van Peer,
drie
bidets;
Leendert van Coelen, twee
paarden en
drie
bidets;
Hendrick van
Coelen drie paarden
en
drie bidets;
Anthoni van
Oosterhout twee
paarden;
Pieter Vileers, één
paard en drie
bidets;
Merck van Dalen, een
paard en een
bidet;
Guilliam van Carpen, een
paard en een
bidet en
Aert Verreijt,
twee
paarden en twee bidets.
De volgende ruiters uit de compagnie van ritmeester
Van der
Wel vragen voor zichzelf en de compagnie:
Jan Berckemeij, drie paarden en
zeven
bidets;
Govert van Steenhuis, een paard en
twee
bidets;
Pierre Canu, drie paarden
en drie
bidets;
Jacob de Hamer, een paard
en een bidet;
Geraet Cool, vier
paarden en
drie bidets;
Marten Anthonissen,
kwartiermeester,
twee
paarden en vier bidets.
De
gouverneur van Bergen op Zoom vraagt de invoer toe te staan van twee koetspaarden, twee
ruiterpaarden en een
veulen. Ritmeester
Du
Mets verzoekt toestemming voor een paard en
Jacques Moneret en
Henrick van Olle, ruiters in de
compagnie van Du Mets, respectievelijk twaalf en twee
paarden.
De volgende ruiters uit de compagnie van
Rouillac vragen voor zichzelf en de compagnie: korporaal
Jan Handie en
Willem
Willemsen, elk een paard;
Jan de
Boge en
Maturyn
Tresbuchet, vijf
paarden en vijf bidets.
De uitvoer van de paarden wordt toegestaan, mits de supplianten eerst de namen van de ruiters voor wie de paarden mede worden gekocht bekendmaken. De namen gaan dan naar een commissaris ter plaatse die hierop monstering doet om te kijken of de ruiters ook werkelijk beschikken over de gekochte paarden.