14
Conform het advies van de RvS van 27 feb. wordt de Schotse edelman
Willem Douglas octrooi verleend voor
twintig jaar. Gedurende deze periode mag niemand zijn
vijftien
uitvindingen namaken, verkopen of in deze landen aanbieden op
straffe van confiscatie en ook nog een boete van 1.000 gld.
Zijn
uitvindingen mogen niet eerder in deze landen zijn
gebruikt en
moeten binnen één jaar ten uitvoer worden gebracht.
In zijn memorie verzoekt Douglas een premie van 5.000 gld. voor een nieuw type
vuurroer, waarmee een soldaat te voet of te paard evenveel schoten kan
lossen
als zes soldaten met gewone vuurroers. Eenzelfde premie verzoekt hij voor zijn tweede uitvinding, een piek waarmee een soldaat niet alleen de
rol
van piekenier kan vervullen, maar tevens die van enige musketiers. Voor de derde uitvinding, een voetwagen
waarmee een soldaat het werk van honderd musketiers kan
verrichten, vraagt Douglas een premie van 20.000 gld. en voor zijn vierde uitvinding, een
paardenwagen waarmee met behulp van één persoon en twee
paarden
het
werk van tweehonderd kurassiers kan worden gedaan, ook een premie van 20.000 gld. Douglas verzoekt een traktement van 500 gld. per maand
totdat zijn uitvindingen klaar zijn. Indien een deel van
het
leger met zijn uitvindingen zal worden uitgerust, wenst hij tegen
dezelfde maandelijkse betaling een regiment.
HHM volgen het advies van de RvS dat Douglas zijn uitvindingen op eigen kosten zal maken. Wanneer de
resultaten zullen zijn zoals beloofd, wordt hij overeenkomstig
zijn
verzoek beloond. Hij krijgt drie maanden de tijd om een proef te realiseren en indien die tot tevredenheid van HHM
is,
zal vanaf dan zijn traktement ingaan. Hij mag zijn uitvindingen
alleen aan
de
koning van
Groot-Brittannië bekendmaken, van wie hij zegt reeds
octrooi te
hebben.