12/03/1627, 18

 
English | Nederlands

12/03/1627, 18

18 De hoofdparticipanten van de VOC beklagen zich in hun rekest dat HHM nog geen besluit hebben genomen op hun verzoeken van 27 okt. 1626. Het betreft de verkiezing van een nieuwe bewindhebber binnen drie maanden na het aftreden van een ander, de regel dat de drie genomineerden tenminste drie jaar hoofdparticipant moeten zijn geweest en de uitvoering van de resolutie van HHM op het lossen van de schepen. Zij verzoeken opnieuw van genomineerden voor het drietal te eisen dat zij tenminste drie jaar hoofdparticipant zijn geweest.
HHM schrijven de Heren Zeventien hun advies op deze klachten alsnog te willen toezenden.
Naar aanleiding van hetgeen gedeputeerden van de magistraat van Enkhuizen op 1 maart over Cornelis Sweerts hebben aangevoerd, besluiten HHM de Bewindhebbers van de Kamer Enkhuizen te schrijven iemand anders in zijn plaats te nomineren. Sweerts was op 1 januari nog niet bij de Kamer bekend als hoofdparticipant en had daarom volgens de resolutie van 2 dec. 1626 niet genomineerd mogen worden.
Door Holland en Zeeland is aangetekend dat zij deze resolutie beschouwen als eenmalig, slechts betrekking hebbend op de Kamer Enkhuizen. Het betreft geen nieuwe algemene regel voor alle Kamers, waar andere gebruiken gelden. Ook mag dit besluit geen invloed hebben als deze vergadering een nieuwe algemene regel voor het nomineren van hoofdparticipanten zal opstellen.