7
HHM lezen de door
Tido van Kniphausen namens de ridderschap van
Oost-Friesland ingediende remonstrantie over de
bezetting van het
platteland. Hij beweert dat het onmogelijk
is met geweld de strooptochten van de Spanjaarden aldaar tegen te
houden.
Het zou daarom beter zijn in
Brussel een akte
van neutraliteit te verkrijgen.
Ondertussen moeten de soldaten van de stenden in het
garnizoen
van
Emden de middelen innen. Zij dienen bovendien
onder de eed
de
graaf en de stenden de
neutraliteit na te volgen. Aangezien de graaf
afreist,
verwacht Kniphausen dat ook hem wordt toegestaan te vertrekken.
HHM besluiten dat hij voorlopig nog hier blijft en geven zijn remonstrantie aan de gecommitteerden.
Er is tevens verder beraadslaagd over de kwestie Oost-Friesland. De graaf is verzocht alles in het werk te
stellen om van Spaanse kant eenzelfde akte van neutraliteit te
verwerven als die verstrekt door de Staten-Generaal.
HHM geven hem hiervoor niet meer dan twee of drie maanden de tijd.
Wel zal nu in overleg worden getreden over een plan voor de
bezetting van het platteland, dat uitgevoerd kan worden als de akte niet wordt verkregen.