9
Orateur
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 13 feb. en stuurt
kopie van de vertaling van de brief van de
pasja van Jemen over
de
vijandelijkheden van de
VOC
op
de kust van
de
Rode Zee. Tevens stuurt hij kopie van de door
hem
geschreven open brief aan de admiralen, kapiteins en commiezen van
de
schepen van de VOC die daar zouden kunnen komen. Hiermee wil hij
verdere
vijandelijkheden, die de vriendschappelijke
banden
met deze gebieden evenals zijn eigen positie en
die van alle Nederlanders aldaar kunnen benadelen, voorkomen.
HHM sturen de
Kamer Amsterdam
van alles kopie. Aangezien de Bewindhebbers op eerdere brieven niet hebben geantwoord, krijgen zij last om binnen twee weken een afvaardiging te zenden om HHM van alles op de hoogte te stellen en met hen in overleg te treden.