22/04/1627, 16

 
English | Nederlands

22/04/1627, 16

16 De Generaalmeesters van de Munt compareren. Naar aanleiding van de resolutie van 20 april doen zij rapport van hun onderzoek naar de valse Deventer en Kamper goudgulden en de hele en halve Utrechtse schelling. De nagemaakte Kamper goudgulden is uiterlijk niet te onderscheiden van een echte. Ook de valse Deventer goudgulden en de Utrechtse schelling zijn nauwelijks van echt te onderscheiden, behalve in het stempel van zowel het wapen als het opschrift. Dit is echter met het blote oog nauwelijks waarneembaar, tenzij men weet waarop te letten. Vanwege het geringe verschil kunnen ze niet bij plakkaat worden verboden, tenzij de goede munten ongeldig worden verklaard. De Generaalmeesters achten het daarom verstandiger te onderzoeken waar de munten worden geslagen, wie ze verspreiden en wie ze inbrengen.
HHM nemen dit over. Tevens schrijven zij de provincies om hun inwoners hierop attent te maken. Zij dienen het valse geld in te leveren. Wat de halve schelling betreft die in Utrecht wordt gemunt, schrijven zij de Staten de stempels in te trekken totdat hierover een algemeen besluit is gevallen oten of dat men hiertegen door middel van een plakkaat zal optreden.