11
Het advies van de
Generaliteitsrekenkamer
van 28 april met betrekking tot konvooimeester
Adriaen Repelaer is hervat. De 9.637
gld. 17
st. 3 d. aan rente van geleend geld sinds 1623 dient uit de
rekening te worden geschrapt. Ook moeten de
ingekochte ordonnanties
en
restcedels Repelaer niet worden toegekend, omdat
dit in strijd is met
zijn instructie. Dat geldt
eveneens voor aanspraken op de
restanten
van licenten waarvoor borg is gesteld,
omdat hem dit in zijn instructie
uitdrukkelijk verboden is.
HHM nemen dit advies over. Zij gelasten kopie van het advies te sturen aan de
Admiraliteit te Rotterdam
, die zich daaraan dient te houden. De heren van
Holland is mede verzocht hun steden op te dragen zich niet te
bemoeien met de administratie van de konvooimeesters, noch iets
aan hun
instructie toe te voegen.