25/05/1627, 1

 
English | Nederlands

25/05/1627, 1

1 Burgemeester Berckel is uit Roosendaal teruggekeerd en doet kort verslag van het overleg aldaar over de uitwisseling van gevangenen. Hij verzoekt een besluit over enkele ingebrachte punten.
1 Ten eerste of het verstandig is, gezien de mondelinge toelichting, om aan weerszijden de Spaanse gevangenen meteen en individueel in vrijheid te stellen zodra iemand zijn kosten heeft betaald, zonder op de anderen te wachten die nog niet betaald hebben. De heer van Marquette heeft hiertoe diverse voorstellen gedaan. In de eerste plaats elkaar te beloven gevangenen direct vrij te laten wanneer de onkosten zijn betaald. In de tweede plaats de vrijgelaten gevangenen hun eigen route huiswaarts over water of land te laten bepalen. Zij zouden hiertoe van een behoorlijk paspoort moeten worden voorzien met een ruime tijdspanne. De Republiek zou, indien nodig, iemand naar Spanje kunnen sturen om ervoor te zorgen dat alle gevangenen die onder dit verdrag vallen behoorlijk worden vrijgelaten. Tevens zou deze persoon het zover kunnen brengen dat de kapiteins Du Chesne en Tjarck en alle anderen die zijn aangetroffen op schepen van de koning en de Admiraliteit mogen terugkeren. Hiervoor zou de Infanta paspoort en vrijgeleide verlenen en vrijstelling beloven van vervolging door de Spaanse Inquisitie.
HHM besluiten de individuele vrijlating van gevangenen toe te staan. Dit zullen beide partijen bij akte toezeggen. De gevangenen krijgen paspoort om naar eigen believen terug te keren. Tevens zullen degenen die naar Spanje gaan om de vrijlating te regelen een paspoort krijgen en speciaal ook de vrouw van Du Chesne, indien zij naar Spanje wil gaan.
Ten tweede vraagt Berckel of het verstandig is bij het sluiten van dit verdrag alvast een vervolg te bepalen voor alle gevangenen die sinds 10 okt. 1626 aan beide kanten zijn gemaakt. Indien men hiertoe besluit, moet worden bepaald of dit alleen geldt voor de gevangenen op zee of ook voor hen die zich op de rivieren bevonden. Dezelfde vraag is van toepassing op de te land gemaakte gevangenen zonder legerplaats en de Spaanse gevangenen die in Zeeland vastzitten.
Voor deze keer stemmen HHM nog in met een wisseling van gevangenen die na 10 okt. 1626 zijn gevangengenomen of nog zullen worden gevangengenomen op zee, op de rivieren en op het land waar geen legerplaats is tot en met de sluitingsdag van het traktaat. De in Zeeland verblijvende Spaanse gevangenen worden hier buiten gelaten. Ook moet eenieder zijn kosten betalen en dienen hierna alle verdere bijeenkomsten zonder uitzondering te worden vermeden.
Ten derde vraagt Berckel of het de heer van Marquette is toegestaan zes koetspaarden in de Republiek te kopen en mee te nemen.
Dit mag. Hem wordt akte gegeven om de paarden voor driekwart vrij uit te voeren.
Ten vierde vraagt Berckel de mening van HHM vanwege de aanspraken van kolonel Disdorff en Rougemont.
HHM besluiten dit punt af te handelen comform eerder genomen resolutie.
Ten vijfde vraagt Berckel de mening van HHM over de kwestie tegen de pastoor van Standdaarbuiten.
HHM laten deze zaak onderzoeken door de RvS.
Berckel meldt nog dat het paspoort voor Dionijs de Guise om van Duinkerke naar de conferentie in Roosendaal te gaan, onderweg verloren is geraakt. De Guise heeft er echter wel een nodig.
HHM geven gratis nieuw paspoort.
De Spaanse gevangenen in Rotterdam en elders verzoeken een Portugese geestelijke genaamd Blasius Soares naar Brussel te mogen sturen om betaling van de kosten voor hun gevangenschap te bewerkstelligen.
HHM zullen hierover een besluit nemen wanneer de commissarissen in Roosendaal een regeling voor de uitwisseling van Spaanse gevangenen hebben getroffen.

1 De insertie is door een klerk ingeschreven in S.G. 52.