6
De
Franse ambassadeur verschijnt ter vergadering en dient een brief in van de
Franse koning d.d. 10 mei, waarin
hij een
bijgevoegde
brief van de
keurvorst van Trier
d.d. 26 april
aanbeveelt. De keurvorst klaagt hierin over de misdaden die de
staatse soldaten
uit
Soest
[in Westfalen] en naaste
omgeving in het aartsbisdom
Trier begaan. De
koning
en de keurvorst verzoeken HHM hieraan een einde te maken.
HHM antwoorden de koning en de keurvorst zich niet te kunnen voorstellen dat de soldaten dit gedaan hebben omdat het hele gebied van
Berg zich nog tussen Soest en Trier in bevindt. Indien zij echter
specifiekere
berichtgeving ontvangen, zullen zij de zaak
laten onderzoeken.
Languerack krijgt
kopieën
van de brieven, zodat hij de koning
kan
informeren over de geografische situatie en de
onmogelijkheid van de misdaden waarover wordt geklaagd.