13
Jacob Claessen, olieslager in Zevenbergen, is toegestaan twee merries
uit te voeren;
Willem Barrenden
twee merries
naar
Sleeuwijk; jonker
D'Assignij
twee merries naar
Etten
[Etten-Leur];
Huybert van
den
Heuvel, schout van Veen, en
Dirck
Willemsen
Porter, kerkmeester te Veen, acht magere runderen ieder;
Jan Cornelissen Spaeringh zes magere
runderen;
Ottho van Ryswijck twee merries;
Adriaen Janssen de Hooch één
merrie, en
Sebastiaen Adriaens één merrie
naar
Veen in het Land van
Heusden.
Allen dienen Bosch' licent te betalen en te garanderen dat de dieren nergens anders worden gebracht.