6
Naar aanleiding van de punten in de op 31 mei ontvangen brief van
Berckel en
Van der Hoge besluiten
HHM de akte
wegens de door hen met
Kesselaer overeengekomen
uitwisseling
van Spaanse gevangenen goed te keuren. De akte
zal ter
naleving aan de Admiraliteiten en de
VOC
en de
WIC
worden gestuurd.
Tevens
krijgt
Blasius Soares, een Portugese
geestelijke die in
Rotterdam gevangenzit, paspoort om naar
Brussel
te
gaan. Hij zal daar de betaling van teerkosten proberen te
verkrijgen.
Indien
hij hierin niet slaagt, dient hij zich weer aan te geven. Zijn
medegevangenen staan borg.
In de brief is tevens sprake
van
een mogelijke ruil van sinds 10 oktober 1626
genomen gevangenen.
Kesselaer heeft het op zich genomen naar Brussel te
gaan om hierover van de
Infanta
een besluit te
krijgen. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat het initiatief
hiertoe van de
Republiek is uitgegaan. HHM schrijven dat dit tegen de instructie
is, volgens welke Berckel en Van der Hoge alleen maar mochten
luisteren: pas wanneer Kesselaer iets voorstelde, konden zij
hierop in
gaan. Indien deze handelwijze
wordt gevolgd, mag een nieuw traktaat worden gesloten met
betrekking tot de gevangenen
ter zee, op de binnenwateren en te land waarvoor nog
geen andere afspraken zijn gemaakt. Personen die niet
door de koning of diens Admiraliteit dan wel door HHM of onder
hun gezag zijn gevangengenomen, vallen buiten de regeling. Dat
geldt
ook voor de particuliere gevangenen van de VOC en de WIC. De
commissarissen zullen erop letten
dat degenen die door Duinkerkers zijn gevangengenomen en naar de
Golf van Biskaje gebracht, niet tot de Spaanse
gevangenen
worden gerekend maar worden beschouwd als in
de
Noordzee
of
Het Kanaal te zijn gevangengenomen.