8
De pachters van
Boetzeler mogen vijf merries naar zijn landen in
Maas en
Waal brengen, op voorwaarde dat deze nergens
anders worden gebracht.
De
heer van Kervendonck mag tegen Bosch' licent drie
okshoofden wijn, vijf mud zout, honderdvijftig pond stokvis, drie
kinnetjes zeep, honderd pond kaas, 100 gld. aan suiker en
specerijen en 3.000 gld. aan doek- en zijdewerk naar
Kervendonck brengen, op
voorwaarde dat de goederen nergens anders terechtkomen.
De
vrouwe van Spaldorp en de
vrouwe van Zelhem
mogen
tegen Bosch' licent ieder acht okshoofden wijn, tweehonderd pond
stokvis, zes mud zout en honderd pond kaas halen, op voorwaarde
de waren
nergens anders te brengen.
Caspar Clos, sluiter te Xanten, mag voor zichzelf en
zijn
aangehuwde kinderen tegen Bosch' licent naar
Xanten
drie loop zout,
anderhalf vat boter, een ton gezouten kabeljauw, twee okshoofden
Franse
wijn, twintig pond pruimen, zes pond krenten, vier pond peper, een
pond kaneel, twaalf pond rijst, honderdvijftig pond stokvis,
tweehonderd pond kaas, een vat zeep, tien broden suiker, veertig
pond
siroop, zestien pond rozijnen, acht pond gember, twee pond nagelen,
een
half pond safraan en zestien pond stijfsel en blauwsel brengen,
op
voorwaarde dat de waren daar blijven.
Tien kanselarijraden, vier secretarissen, twee kanseliers, één kanselarijdienaar
en vier boden uit
Kleef mogen tegen betaling van Bosch' licent twaalf
pijpen wijn, een pijp Spaanse wijn, veertien kinnetjes zeep,
vijf en een halve mud zout, drie tonnen haring, vierhonderdtachtig
pond
stokvis, specerijen en wollen en zijden stoffen voor hun
levensonderhoud halen, onder voorwaarde dat de goederen nergens
anders belanden.