22
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
vraagt om opheldering over de brief van 23 nov. 1626. Volgens de inhoud daarvan zou zij alle schepen die de havens van
Vlaanderen binnen- of uitvaren voor rechtmatige buit moeten houden,
zelfs al zijn
ze gekocht door Fransen of andere
naties. De vraag is of dit eveneens
geldt voor schepen die de haven zijn uitgevaren en geruime tijd
later
worden achterhaald. Dit is onlangs gedaan door de
commies-generaal
van het College met een in
Oostende veroverde
boeier die aan
een
Fransman was verkocht, door deze was bevracht op
Hamburg
maar door onweer
Texel is binnengevaren.
Op zijn verzoek geven HHM de commies veertien dagen uitstel om te kunnen bewijzen dat de boeier uit Oostende afkomstig is.