6
Het verzoek van
Fredrick Matthijssen van Lobbrecht en
Willem Janssen Pesser,
reders van het
schip De Sterre, is gelezen. De Sterre
is met
commissie van de
hertog van
Savoye uitgevaren en heeft een ander schip buitgemaakt.
Beide schepen zijn veroverd en opgebracht door admiraal
Reael. De supplianten willen dat
De Sterre in hun aanwezigheid
wordt gelost en dat de goederen worden bewaard totdat over de
kwestie
is besloten.
HHM geven het verzoek voor een besluit aan de
Admiraliteit te Amsterdam
. Het College moet wel eerst Reael horen.
Admiraal Reael verschijnt ter vergadering en doet verslag van zijn reis,
waarvan hij het schriftelijk verbaal inlevert. Hij vertelt De Sterre, dat een schip van
Hamburg had veroverd, op zee
te hebben aangetroffen met een commissie van de hertog van Savoye.
Reael heeft het opgebracht omdat hij van mening is dat inwoners
van
de Republiek niet op andermans commissie bondgenoten van HHM mogen
aanvallen.
De heren van
Holland en
Zeeland moeten de kwestie
onderzoeken.