20
De heren van
Holland melden teneinde schade te voorkomen onder de
Grote
Visserij
door de in de
Pasajes
gelegen schepen en kustschepen, Z.Exc. te hebben bewogen de
commandeur op de kust te
schrijven
zes van diens kruisers te sturen ter ondersteuning van de visserij.
Zij
verzoeken HHM de Admiraliteiten te
Rotterdam
en in het
Noorderkwartier
te
schrijven terstond al
hun
schepen bestemd voor bescherming van de visserij te sturen.
De
schepen die nog niet klaar zijn dienen door konvooiers te worden
vervangen.
De andere provincies hebben hiertegen ingebracht dat het sturen van de zes kruisers niet in overeenstemming is met de regeling van de beveiliging van de zee, die met zoveel moeite tot stand is gekomen.
Holland
zou daar niet zelfstandig van mogen afwijken.
Rantwyck en
Hertevelt zullen met
enkele afgevaardigden van Holland en
Zeeland
nogmaals met Z.Exc. over deze kwestie
spreken.