21
Schagen en
Rode doen rapport. Zij
zijn op 19 nov.
1626 gecommitteerd tot onderzoek naar de ingediende declaratie van
resident
Aissema inzake zijn
jaarlijks traktement
en
gemaakte onkosten over de periode 5 juli 1625 tot 5 juli
1626. Op een aantal punten zijn de uitgaven hoger dan
afgesproken: voor een Duitse klerk 500 gld. in plaats van 150 gld.;
aan briefloon 290 gld. in plaats van 280 gld.; voor geheime
correspondentie 500 gld. in plaats van 400 gld.; voor
nieuwjaarsgiften
250 gld. in plaats van 150 gld.; voor de koets 400 gld., en voor
Aissema's
persoonlijke moeite in het heen- en weer reizen 2.500 gld.
HHM handhaven de vastgestelde bedragen, maar wijzen het geld voor de koetsier en zijn persoonlijke reiskosten af. Verder dient Aissema conform eerdere resolutie met zijn handtekening te staven dat de reiskosten naar waarheid zijn uitgegeven.