21
Kapitein
Jan Comwel verzoekt zes koetspaarden voor de
graaf van Mongommeri, kamerling van Engeland,
te mogen uitvoeren. Ook vraagt hij verlof aan voor twee soldaten
van
diens compagnie, te weten
Louis
Paine
en
Thomas Hartley, om de paarden
over
te brengen.
HHM bepalen dat de uitvoer van paarden naar
Engeland is toegestaan, maar dat de soldaten hun compagnie niet mogen
verlaten.