12
Despesses compareert met het verzoek
Compaen te verplichten de schade
te vergoeden
die
hij
Jan Rosee en andere onderdanen
van de
koning heeft aangedaan. De
WIC
, aan
wie
Compaen op zee enige goederen van die onderdanen heeft geleverd,
dient te worden
gelast de goederen terug te geven. De magistraat van
Amsterdam dient te worden geschreven de onderdanen
van
de koning te helpen met een spoedige rechtsgang tegen enkele
Portugezen. Deze hebben gom en andere door Compaen ontnomen en
aan de
Moren verhandelde waren gekocht.
HHM antwoorden geen mogelijkheid te zien de zeeroverij van Compaen alleen of met hulp van anderen met geweld te stuiten. Daarom hebben zij besloten hem naar het voorbeeld van andere regeringen door middel van een pardon uit zee te krijgen. Volgens dit pardon kan hem niets ten laste worden gelegd, maar wel kunnen de eigenaars de door hem opgebrachte goederen reclameren. De WIC wil eveneens de goederen teruggeven en de magistraat van Amsterdam zal worden geschreven de Fransen tegen de Portugezen in de rechtsgang te helpen.
Despesses heeft tevens het rekest van kapitein
Lieuville aanbevolen, maar HHM blijven bij hun eerdere resolutie.