03/08/1627, 6

 
English | Nederlands

03/08/1627, 6

6 Enkele gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier verschijnen ter vergadering. Zij verzoeken toelichting op door hen ingebrachte punten.
Ten eerste de brief van HHM d.d. 23 nov. 1626 dat alle schepen die de havens van Vlaanderen proberen aan te doen of te verlaten, voor rechtmatige buit worden verklaard. De vraag is of dit alleen geldt wanneer de schepen schuldig zijn bevonden of op heterdaad worden betrapt en gepakt, iets wat men schijnbaar bedoelt met het woord "pogen", of dat het ook opgaat wanneer schepen uit de havens van Vlaanderen enige tijd zijn weggeweest en veel later ergens, eventueel ook in de Republiek, worden aangetroffen.
Conform de resolutie van 23 nov. 1626 besluiten HHM dat de maatregel zowel geldt voor op heterdaad genomen schepen als later achterhaalde, met name indien de schepen eigendom zijn van ingezetenen van de Republiek. Op Nederlanders veroverde schepen die in de Vlaamse havens zijn verkocht, vormen van oudsher en waar ze ook worden aangetroffen rechtmatige buit, ongeacht eventuele aanspraken van de eerste eigenaars.
Ten tweede vragen de gedeputeerden of HHM de Bewindhebbers van de VOC te Hoorn en Enkhuizen willen gelasten inkomend konvooigeld te betalen voor de goederen meegebracht met de Eendracht, Het Wapen van Hoorn, Koning David en het schip van Enkhuizen dat nu nog te Texel ligt.
HHM zullen de voorgaande resoluties nakijken om te zien waarom het konvooigeld is achtergehouden.
Ten derde vragen de gedeputeerden de Bewindhebbers in het Noorderkwartier te gelasten het schip Griffioen te vergoeden, dat met L'Eremite is uitgevaren en in Oost-Indiƫ wordt gehouden.
HHM achten het redelijk dat ofwel het schip wordt teruggegeven of de waarde ervan vergoed. Dit zal de Bewindhebbers ter navolging worden geschreven.
Ten vierde vragen de gedeputeerden of HHM ervoor willen zorgen dat zij hun aandeel krijgen in het sinds de afloop van het Bestand verzochte subsidie voor de Admiraliteiten.
HHM laten de Admiraliteit een overzicht indienen van hetgeen zij hiervan heeft ontvangen en nog dient te krijgen.