4
Santen en
Colster, raden ter
Admiraliteit van
Rotterdam, verschijnen ter vergadering. Zij hebben door de
Admiraliteit
ingewonnen
informatie
meegenomen van
drie
matrozen
die op
het schip van de vice-commandant van de visserij zij geweest.
Daaruit blijkt dat de
oorlogsschepen zich onlangs in gevecht met de vijand niet
hebben geweerd.
HHM gelasten de commandeur op de kust om
Toenis
Lieffhebber en
Romer met hun officieren op
behoorlijke wijze te interneren en naar
Rotterdam
te
sturen.
Tevens zullen hun schepen in bewaring worden gesteld. De
Admiraliteit te Amsterdam
zal
worden
geschreven
Tonis Florissen aan te
houden en de
magistraat van
Enkhuizen de door hem uitgeruste
Jonge Jesse tevens in bewaring te
stellen
en de officieren te ondervragen wat zij hebben ondernomen. Hun zal
kopie worden gestuurd van de informatie voor wederhoor. Zij dienen
alle
informatie aan HHM te sturen, zodat hierop nader kan worden
besloten.