13
De
president meldt dat
Carleton in de
zaak van
kapitein
Kerckhoff heeft
geantwoord hem te
zullen
tevredenstellen. De ambassadeur is verder tevreden dat HHM hebben
besloten
zijn proposities aan Z.Exc. voor te leggen, waarvan hij in
afwachting
is. Wel verzoekt hij op andere, eerder ingediende punten een
beslissing,
speciaal de terugroeping van
Jan Pieterssen
Coenen.
Ten slotte wil hij samen met de gedeputeerden van HHM de
conferentie
tussen
de kooplieden inzake de tarra bijwonen.
HHM verzoeken de heren van
Holland in de kwestie van Coenen hun besluit bekend te
maken, opdat Carleton kan worden geantwoord, afwijzend of niet. De
overige provincies hebben geen bezwaar hem tot de
conferentie toe te laten maar de heren van Holland houden
bedenkingen.
HHM laten alsnog
Vosbergen met
raadsheer
Asperen spreken
aangaande de
instructie voor het
proces
van
Amboina
[Ambon].