4
Ter Cuilen rapporteert over het voorstel van
Marquette ter voorkoming van verdere retorsie in
Twente. Men zou gedurende zes maanden
de kwestie
aangaande de pastoors en predikanten op het platteland laten
zoals voor, tijdens en na het Bestand. De staatse officieren zouden
hun ambt op het platteland mogen uitoefenen. In
Oldenzaal zou men de kwestie van religie laten
zoals
voor, tijdens en na het Bestand tot aan de verovering. De
geestelijken
zouden hun kerk, beneficies en goederen behouden, maar er zou een
predikant
mogen preken.
Verder bericht Ter Cuilen dat Marquette heeft voorgesteld om in de toekomst de volgende afspraak te maken, wanneer een van de partijen retorsie wil toepassen. De Republiek zou eerst hem via
Berckel of Ter Cuilen hiervan verwittigen, waarna hij de
bezwaren daartegen kan uiteenzetten. Daarna zou men naar
bevinding
kunnen
besluiten of vice versa.
Het eerste punt wordt uitgesteld totdat Ter Cuilen rapport heeft gedaan in
Overijssel. Het tweede punt over kennisgeving over en weer wordt in
beraad genomen.