7
Z.Exc.,
Ernst Casimir en de
RvS
verschijnen ter vergadering.
De
afgevaardigden van HHM naar
Texel doen rapport
dat bij hun aankomst de meeste Engelse schepen waren vertrokken,
samen met
het
veroverde Franse schip. Er lagen op de koopmansrede nog slechts de
vice-admiraal en de schout-bij-nacht, waarbij nog vijf kleine
schepen
zijn gekomen, geladen met vuurwerk. Zij hebben de acht
Nederlandse
oorlogsschepen gelast zich rondom de Engelsen op te stellen om hun
de
afvaart te beletten.
Na het rapport is overlegd hoe van weerskanten het best de neutraliteit kan worden bewaard. Als men de Engelse schepen zou blokkeren, dan zouden in
Engeland Nederlandse schepen kunnen worden vastgehouden. De
voor deze actie benodigde schepen zouden bovendien beter van dienst
zijn
op de kust van
Vlaanderen.
HHM laten
Pauw,
Ploos,
Oenema,
Aelberts en
Sommelsdijck klagen bij
Carleton
over het grote onrecht, de schending van hoogheid van staat en
het nadeel dat de
Engelse schepen de Republiek hebben bezorgd. Zij moeten herstel
hiervan verzoeken.
Rantwyck,
Noortwyck,
Vosbergen,
Schaffer en
Huigens zullen in conferentie
treden met
Despesses. Hierin
zullen zij hem
het
misnoegen van de Republiek over de Engelse actie kenbaar maken en
melden dat
zij hierop niet bedacht zijn geweest, zodat verweer
onmogelijk
was. In het vervolg zal hiermee rekening worden gehouden.
De propositie van Carleton gaat voor advies naar de RvS.