1
Duick meldt conform de resolutie van 23 okt. met
Carleton te hebben gesproken.
Carleton
heeft verklaard niet gelast te zijn om te onderhandelen over de
opheffing van de inbeslagneming van de drie Oost-Indiƫvaarders
noch
over de oprichting van een West-Indische Compagnie in
Engeland. Hij is van mening dat het sterk zal
bijdragen aan de opheffing als namens de
VOC
iemand naar Engeland wordt gezonden die
uitsluitend
zal onderhandelen over het uitvoeren van de eerdere akkoorden. Ook
denkt
Carleton dat men in Engeland zal willen onderhandelen over de
oprichting
van een
West-Indische Compagnie, als men zich hiervoor inspant.
HHM schrijven de bewindhebbers van de
VOC ter Kamer Amsterdam
en van de
WIC ter Kamer Amsterdam
iemand naar 's-
Gravenhage af te vaardigen om hierover met hen te overleggen.