30/10/1627, 15

 
English | Nederlands

30/10/1627, 15

151 Overeenkomstig de resolutie van gisteren compareren Pieter Bisschop en Jacob Claessen Haiman, kooplieden uit Middelburg. Zij verklaren onder ede dat Francois Lanuaij voor hun rekening en voor die van Adriaen van Hecke in het schip L'Espérance, met Juliaen Busson uit Saint-Malo als schipper, 51 pijpen wijn uit Málaga en twee boten wijn uit Jerez, geconsigneerd voor Danzig [Gdansk], geladen heeft. Daniel Heins heeft uitsluitend voor rekening van Pieter Biscop 26 tonnen blauwe rozijnen in de L'Espérance geladen, geconsigneerd aan Biscop of aan diens commies. Jan Peppin Boisclaret en Pierre Pelle hebben in het schip De Eenhoorn uit Vlissingen, met Bastiaen Eelinck als schipper, elk zes balen anijs uit Alicante geladen, eveneens alleen voor rekening van Biscop. Toen al deze koopwaar in handen van de Engelsen was gevallen, waren de comparanten er bang voor dat de rechter van de admiraliteit te Londen deze goederen tot buit zou verklaren. Om dat te voorkomen hebben zij voor het gerecht van Middelburg onder ede verklaard dat alle bovengenoemde wijnen Biscop, Haijman en Van Hecke toekwamen en de resterende goederen Biscop alleen en voor zijn risico, hoewel bij sommige cognossementen de clausule 'voor zijn rekening' niet was opgenomen. De comparanten verklaren dat deze clausule niet altijd door kooplieden wordt geïnsereerd, maar alleen in sommige gevallen en zonder de waarheid afbreuk te doen. Ook hebben zij de verklaring onder ede afgelegd, hoewel op sommige cognossementen vermeld stond dat de goederen voor Danzig geconsigneerd waren, aangezien dit alleen is gedaan om het gevaar van de Duinkerkers te ontlopen. Alle goederen komen echter uitsluitend de comparanten toe omdat zij ze gekocht en betaald hebben. Alleen Biscop, Haijman en Van Hecke hebben het risico van deze goederen gedragen.
Philippe Biscop, koopman te Amsterdam, compareert eveneens en verklaart onder ede dat Richardt Leggle uit Saint-Malo voor zijn rekening in het schip L'Espérance, met Julien Busson als schipper, een zak met 4.400 Spaanse realen geladen heeft, geconsigneerd aan de comparant te Danzig, en in het schip De Eenhoorn, met Bastiaen Elincx uit Vlissingen als schipper, 21 vaten wijn sec, geconsigneerd aan de comparant of zijn commies te Middelburg. Estienne Du Chesne uit Saint-Malo heeft in De Eenhoorn voor rekening van de comparant een zak met 100 kronen aan realen geladen, geconsigneerd aan hem of zijn commies te Middelburg. Nadat dit geld en deze goederen in handen van de Engelsen waren gevallen, zijn ze door de rechter van de Admiraliteit te Londen tot buit verklaard, ondanks het feit dat de comparant voor de rechtbank te Amsterdam onder ede had verklaard dat het geld en de goederen alleen hem toebehoorden. Deze verklaring is al aan de Londense rechter overhandigd, maar hij heeft deze niet in acht genomen omdat bij enkele cognossementen niet de clausule was opgenomen dat het geld en de goederen uitsluitend voor zijn rekening of voor zijn risico verstuurd waren. Volgens Biscop was dit niet gebruikelijk en werd de clausule soms wel, soms niet opgenomen, zonder afbreuk te doen aan de waarheid. Verder was het zo dat op sommige cognossementen vermeld stond dat de goederen geconsigneerd waren voor Danzig, terwijl het schip bestemd was voor Middelburg. Dit was alleen gedaan om de Duinkerkers te ontlopen. Het geld en de goederen behoren hem alleen toe omdat hij ze gekocht en betaald heeft. Niemand anders heeft het risico van dit geld en deze goederen gedragen.
Jacob Wallis, koopman uit Middelburg in Zeeland, compareert. Hij verklaart onder ede dat Abraham Oijsel, zijn schoonvader, ongeveer vijf maanden geleden door Frankrijk is gereisd om zaken te doen voor zijn vader, Andries Oijsel. Daarbij heeft hij ook Saint-Malo bezocht waar hij op last van de comparant voor beider rekening 27 balen amandelen heeft gekocht. Deze zijn geladen in de L'Espérance met Julien Buijson uit Saint-Malo als schipper en geconsigneerd aan Wallis om voor beider rekening verkocht te worden.2 In De Eenhoorn met schipper Bastiaen Elincx uit Vlissingen als schipper zijn nog vier balen canvas geladen voor rekening van Abraham Oijsel, uitsluitend geconsigneerd aan Wallis om door hem voor rekening van de genoemde Oijsel verkocht te worden. 3 Beide schepen zijn uit Saint-Malo vertrokken met bestemming Middelburg maar zijn onderweg door Engelse schepen veroverd, naar Dover gebracht en daar gelost, ondanks het feit dat Wallis een onder ede voor de magistraat te Middelburg afgelegde verklaring daarheen heeft gestuurd. Aangezien vanuit Londen werd geschreven dat deze goederen niet uit handen van de fiscaal gelicht kunnen worden en dat dergelijke goederen tot buit worden verklaard omdat de cognossementen niet de clausule bevatten dat de goederen voor zijn rekening of voor zijn risico verstuurd waren, heeft hij onder ede bevestigd dat zij het geld om deze goederen te kopen zelf hebben geleverd. De goederen zijn dus voor hun eigen rekening gekocht en geladen zonder dat iemand anders daaraan deel heeft gehad. Als de goederen verloren waren gegaan, zou dit uitsluitend in het nadeel van Wallis en Oysel zijn geweest.
Daniel van Liebergen, koopman uit Amsterdam, compareert. Hij verklaart onder ede dat ongeveer vijf maanden geleden voor zijn rekening veertien balen Franse canvas in De Eenhoorn, met Bastiaen Elincx als schipper, zijn geladen te Saint-Malo door Daniel Heijns. Ze waren geconsigneerd aan Jacques van Neuligen te Middelburg. De cognossementen zijn op 20 mei gemaakt.4 Nadat het schip in handen van de Engelsen was gevallen heeft de comparant de rechter van de Admiraliteit te Londen een onder ede afgelegde bevestiging gestuurd waarin hij voor de magistraat te Amsterdam verklaart dat het zijn goederen betreft. Desondanks heeft de rechter de goederen tot buit verklaard omdat in de cognossementen niet de clausule was opgenomen dat de goederen voor rekening en risico van Van Liebergen waren verstuurd. Volgens de comparant was dit niet ongebruikelijk. Soms werd de clausule wel, soms niet opgenomen, zonder de waarheid geweld aan te doen. De comparant heeft onder ede verklaard dat het geld voor het kopen van de goederen zijn eigen geld was en dat de goederen dus gekocht waren voor zijn rekening en geladen voor zijn risico. Niemand anders heeft erin geparticipeerd. Als de goederen verloren waren gegaan, zou alleen de comparant er schade van hebben ondervonden.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 52.
2 In de marge staan de merktekens van de balen.
3 In de marge staat het merkteken van de balen.
4 In de marge staan de merktekens van de balen.