1
Kapitein
Hemkens compareert. Hij komt uit
Boulogne-sur-Mer
en overhandigt een door
Mibassen
aan
hem geschreven brief d.d. 7 nov. waarin vermeld wordt dat de vijand
met
zestien schepen is uitgelopen. Volgens Hemkens weet
luitenant-admiraal
Dorp hier niet van.
HHM schrijven Dorp dat als de vijand naar het noorden gevaren is, hetzij naar de visserijgronden, de
Sont of de
Elbe, hij er meteen achteraan moet
gaan en de vijand zoveel mogelijk afbreuk moet doen, zelfs al moet
hij
er volk voor aan land zetten. Mocht de vijand naar het westen
gevaren
zijn, dan moet Dorp hem ook daarheen volgen, waarbij hij zich houdt
aan
wat hem gisteren is gelast en wat Z.Exc. hem eerder heeft bevolen.
Hij
moet zoveel schepen op de kust achterlaten als nodig zijn om de
nog
aanwezige Duinkerkers tegen te houden. De Admiraliteiten zullen de
brieven door zes pinken laten bezorgen vanuit
Scheveningen of
Katwijk opdat dit
zo
snel mogelijk gebeurt.