24/11/1627, 3

 
English | Nederlands

24/11/1627, 3

3 In een rekest klagen de Portugese kooplieden uit Amsterdam erover dat de Engelsen hun schepen en goederen op zee in beslag nemen. Zo hebben zij twee uit Bayonne vertrokken schepen van de Republiek met Jan Isbrants uit Krommeniedijk en Claes Franssen uit Rotterdam als schippers in beslag genomen en naar Dover gebracht. Hoewel Engelsen de schepen weer hebben vrijgegeven omdat zij aan ingezetenen van de Republiek toebehoorden, hebben ze vijf pijpen en een kist tabak gehouden uit het schip van Jan Isbrants en een pijp en twee tonnen tabak uit het schip van Claes Franssen, bestemd voor de in Amsterdam wonende koopman Diego Fernandes Dias. Als inwoners van de Republiek en omdat ze net als anderen bijdragen aan de belastingen verzoeken de supplianten HHM hen te beschermen en te bevorderen dat zij in Engeland behandeld worden als alle andere ingezetenen van de Republiek. HHM lezen ook een ten gunste van de Portugese kooplieden geschreven brief van de burgemeesters en regeerders van Amsterdam.
HHM zullen het verzoek per brief bij de koning van Groot-Brittanniƫ aanbevelen. Deze brief zal aan Joachimi gestuurd worden met de opdracht deze aan te bieden en te bewerkstelligen dat de koning maatregelen neemt opdat het personeel, de schepen en de goederen van de supplianten in Engeland dezelfde immuniteit en vrijheid mogen genieten als andere ingezetenen van de Republiek. Bovendien moet hij zich ervoor inspannen dat de bovengenoemde goederen vrijgegeven worden. Noortwyck en Schaffer zullen Carleton verzoeken deze zaak met brieven te ondersteunen. De heren die als buitengewoon gezantschap naar Engelang gaan, zullen worden gelast deze zaak met alle ijver te bevorderen opdat er een positief besluit genomen zal worden.