4
Ter vergadering compareren
Edzart Jacob Clant,
Evert Leuwe uit Hunsingo,
Willem Ubbema toe Eenum en
Adriaen Clant uit Fivelingo,
Johan de Mepsche en
Menno Broersema uit het
Westerkwartier, alsmede dr.
Scato
Gockinga, respectievelijk jonkers, hoofdelingen, raad en
syndicus van de
Ommelanden tussen de
Eems en de
Lauwers. Na begroeting
en
de indiening van hun geloofsbrieven delen zij mede hier op het
afgesproken tijdstip te zijn
gekomen
conform de resolutie van 8 februari,1 omdat
zij de geschillen met die van
Groningen niet hebben kunnen schikken. Tot hun
ongenoegen hebben zij begrepen dat op verzoek van
laatstgenoemden
de
zaak is uitgesteld tot 1 mei.
Zij
verzoeken echter de bespreking te verplaatsen naar 1 april o.s.,
met de restrictie
dat bij verstek van een van beide partijen de zaak toch ter
hand
wordt genomen en dat op grond van de documenten van de partij
die
wel
verschijnt, naar behoren recht wordt gesproken. Daarnaast
brengen de Ommelanders nog
twee of drie andere punten naar voren, die zij hebben toegezegd
schriftelijk te zullen
indienen.
02/12/1627, 4
1
Datum in S.G.
52 ingeschreven door een
klerk.