8
HHM lezen de door de
kanselier van de graaf van Oost-Friesland ingediende remonstrantie.
Daarin verzoekt hij HHM hun
krediet van 60.000
rijksdaalder, dat al ongeveer drie jaar
is verstrekt, met nog drie jaar te verlengen. De
graaf heeft
daarvoor jaarlijks rente betaald.
De zaak wordt door de gedeputeerden van
Holland in beraad gehouden.