1
De
Directie van de Levantse Handel
adviseert d.d. 11 dec. 1627 over de op 26 okt.
1627 ontvangen brief van
Pieter Martenssen Coij. Coij krijgt nog 3.852 gld. van de wissel die hij in 1626
had
getrokken, terwijl
Lambert
Verhaer,
agent te Tunis, 1.000 realen van achten tegoed
heeft
van het geld dat hem voor het loskopen van de slaven was toegezegd.
Daarnaast moet hun in
aug. 1627 ingegane traktement van 3.000 gld. en 1.000 realen van
achten
vanwege beloning en loskopen van de slaven overgemaakt worden om
de schadelijke wissels te
vermijden. In totaal hebben zij een bedrag van 17.352 gld.
tegoed.
HHM laten de
Admiraliteit te Amsterdam
dit bedrag uit het lastgeld aan de Directeurs doen toekomen, zodat die het kunnen overmaken.