3
HHM laten
Essen,
Noortwijck,
Duick,
Vosbergen,
Ploos,
Ter
Cuilen en
Schaffer de
propositie van resident
Vosbergen
d.d. 7 jan. onderzoeken.1
Josias van Vosbergen, resident van Z.M. van Denemarken, laat brieven zien waarin de
koning de situatie aldaar
beschrijft. Hij vraagt HHM alle mogelijke secours te bieden. Toen
Z.M. de brieven schreef was hij nog niet op de hoogte van de moeite
die HHM onlangs hebben
gedaan
de
steden langs de
Elbe te bevoorraden. Daarover zal
hij zeer
tevreden zijn. Vosbergen
verzoekt HHM hiermee door te gaan zodat de plaatsen langs de Elbe
behouden blijven. Dat is zowel voor Z.M. als voor de Republiek van
groot
belang.
In zijn laatste uiteenzetting [d.d. 9 dec. 1627] heeft de resident enkele onmiddellijk beschikbare inkomstenbronnen voorgesteld. Zowel het juweel van de
koning van Groot-Brittannië als
Elias Trip en zijn
handel kunnen de Deense koning veel geld opleveren, wat HHM
in acht moeten nemen.
De resident bericht verder dat enige burgers uit
Wolfenbüttel bereid zijn 10.000 rijksdaalder te lenen tot betaling van
het garnizoen of anderszins. Zij moeten wel verzekerd zijn van
betaling door een assignatie van Z.M. op het subsidie van HHM. De
resident
vraagt HHM hierover een definitief besluit te nemen.
Voorts heeft Z.M. bevolen dat de resident moet vertrekken. Volgens de credentiebrief die hij HHM heeft gegeven stelt de koning een ander in zijn plaats aan. Vosbergen verzoekt HHM hem een korte aanbevelingsbrief te geven aangezien Z.M. daar soms waarde aan hecht. Ten slotte bedankt hij HHM voor de genegenheid die zij tot nog toe aan Z.M. hebben bewezen.
14/01/1628, 3
1
De propositie is ingevoegd
in
S.G. 3187.