20/01/1628, 12

 
English | Nederlands

20/01/1628, 12

12 Carleton heeft audiëntie gevraagd en is de vergadering binnengehaald waar hij zijn propositie1 doet.
Lange tijd heeft Carleton HHM met rust gelaten in afwachting van hun ambassadeurs en de opdrachten van zijn koning naar aanleiding van hun onderhandelingen. Door dreigementen zijn HHM gedwongen een verdrag te doen ratificeren dat op hun welbehagen is opgesteld door hun ambassadeur in Frankrijk. Deze ongewone daad is voor Carleton aanleiding geweest te onderzoeken of het genoemde traktaat van HHM niet schadelijk is voor hun eerder afgesloten en geratificeerde verdrag met zijn koning. Volgens zijn informatie kunnen de verdragen op geen enkele manier gezamenlijk voortbestaan. De alliantie tussen Z.M. en HHM is defensief en offensief tegen de Spanjaarden, terwijl het traktaat dat de ambassadeur in Frankrijk heeft getekend, inclusief zekere renversalen, tegen iedereen is. Daaronder zijn eveneens de Spanjaarden inbegrepen (in de renversalen die dienen tot verklaring van de verdragstekst) maar ook de andere naties onder de noemer helpers.
Carleton wil verder niet ingaan op andere bijzonderheden van het traktaat. Hij vertrouwt op de publieke trouw van de Republiek en de bijzondere verzekering die HHM hem op schrift hebben gegeven niet te zullen handelen in strijd met hun alliantieverplichtingen aan zijn koning. Daarnaast hebben de gedeputeerden van HHM Carleton de afgelopen dagen een verklaring gegeven het verdrag met Z.M. volgens de letter na te komen en de Spanjaarden krachtig aan te pakken, zowel ter zee als te land en op alle plaatsen waar zij zich vertonen.
Carleton kent de voorzichtigheid en standvastigheid van HHM. Toch houden zij zich in hun vergadering bezig met proposities en overleg terwijl bepaalde personen in hun havens tegelijkertijd met succes schepen uitrusten tegen zijn koning. De uitvoer van schepen en artillerie is zo groot dat de neutraliteit van de Republiek ten opzichte van de twee kronen is veranderd in partijschap in het voordeel van de één en nadeel van de ander.
Daarnaast zullen HHM als zij naar uitdrukkelijke verplichting van hun alliantie met de Engelse koning gesommeerd worden in zee te komen met een buitengewone macht tegen hun gemeenschappelijke vijanden niet genoeg schepen voor zichzelf hebben, zelfs niet voor hun gewone wacht. HHM zullen al hun bootsgezellen verliezen die op de schepen wonen zoals de Tartaren in hun tenten en huizen. Vervolgens verliezen zij hun voorsprong op andere naties wat het aantal schepen en matrozen betreft. Deze voorsprong zal overgaan op anderen, zelfs op hun vijanden. Samenwerking met degenen die hun met dit nieuwe traktaat hun vriendschap willen verkopen zal leiden tot hun ondergang en de vernietiging van hun beste vrienden.
Van hun ambassadeur in Frankrijk weten HHM dat de eerste minister van het Franse hof de oorlog tegen de Engelsen als voorwendsel wil gebruiken om de schepen te krijgen om La Rochelle in te nemen of de zeehandel te ondernemen. Bij het wegvoeren van de schepen gaat het volgens Carleton om de religie, de zeehandel en het getal van de Nederlandse schepen.
Carleton heeft in overweging gegeven waarom zij beter partij kunnen kiezen voor zijn koning. Bovendien is er het bericht over de samenwerking tussen de Fransen en Spanjaarden. Om hiertegen gewicht in de schaal te leggen, behoren HHM eerder te neigen naar de Engelse partij.
Tegen het eerste voorstel hebben HHM hun neutraliteit aangevoerd, terwijl zij het tweede niet hebben geloofd of de samenwerking onwaarschijnlijk hebben gevonden. Volgens Carleton is zulks nu klaarblijkelijk en bestaat er geen twijfel meer over de samenwerking van de Franse en Spaanse vloten. HHM hebben immers lijsten van de schepen met namen en toenamen van de Spaanse kapiteins en de havens waar zij verblijven. Zij houden echter vast aan hun neutraliteit. Conform zijn vorige remonstranties vermaant Carleton HHM opnieuw deze neutraliteit in woord en daad na te komen. Zij moeten een effectief verbod uitvaardigen tegen het verkopen of verhuren van schepen aan de Fransen in hun havens. Zo niet, dan zijn hun havens in - tegenspraak met het traktaat met zijn koning - magazijnen waar iedereen openlijk schepen uitrust tegen hun bondgenoten. Ook beloven HHM zijn koning met vereende krachten overal de Spanjaarden aan te pakken terwijl zij tegelijkertijd hun schepen en bootsgezellen toestaan in dienst te treden bij aanhangers van de Spanjaarden.
Deze zaken zullen in Engeland als grote tegenstrijdigheden gezien worden, die niet overeenkomen met de oude oprechtheid en neutraliteit van de Republiek. Zonder twijfel zijn de ambassadeurs daar anders graag gezien en zullen zij gunstig onthaald worden als representanten van provincies die zijn koning naar voorbeeld van zijn voorgangers met grote genegenheid acht als zijn beste vrienden, buren en bondgenoten.
HHM zullen deze propositie nader overwegen.
Over de controle van de steden aan de Elbe die HHM bij Carleton onder de aandacht gebracht hebben antwoordt hij serieus geschreven te hebben. Hij heeft geregeld dat in Engeland twee postpinken zullen gereedstaan die telkens met brieven overkomen. Carleton verzoekt HHM zulks ook te doen.
HHM gaan hiermee akkoord.

1 De in het Frans gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187 en in vertaling gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 575-577/folio I, 754-755.