6
De heren van
Holland melden een brief te hebben ontvangen van de heer
De Hemeler, commies te Meurs. Deze
bericht dat de vijand
geen neutrale handel, ruil, geheime correspondentie of
andere
zaken met Nederlanders toelaat. De Hemeler vreest
te
worden gevangengenomen wanneer de vijand verneemt dat hij het
garnizoen
te
Meurs heeft gemonsterd. Hij stelt voor de
monstering
uit naam van de prins van Oranje te doen zodat hij dit gevaar
ontloopt.
HHM geven de brief aan Z.Exc. Zij zullen erover besluiten als deze met hem is besproken.