26/02/1628, 1

 
English | Nederlands

26/02/1628, 1

1 HHM lezen een memorie van de Franse ambassadeur.1 De ambassadeur heeft van HHM het paspoort voor zijn bode gekregen. Hem is bericht dat ritmeester Balfort en commissaris Dolbier in de Republiek zijn aangekomen om hier ongeveer duizend ruiters te lichten. Slechts HHM kunnen dit nog verhinderen door goede voorzorg en standvastigheid.
D'Espesses verwacht dat de situatie rond hem en zijn huishouding zal voortduren totdat HHM er iets aan doen of zijn koning zich ermee bemoeit. Iedere avond patrouilleren Duitse wachtsoldaten rond zijn huis om te zien of er niemand naar buiten gaat. Eén van de laatste nachten is een Bretonse lakei genaamd Gillis in gezelschap van een Gasconjer van de heer De Bevrener bij het verlaten van zijn herberg De Helm lastiggevallen door een wachtsoldaat van Oranje, een Vlaming genaamd Willem Boucher, en de buurman van D'Espesses. Men heeft de lakei zijn degen teruggegeven ten overstaan van het volledige corps de garde. Andere Fransen en zelfs edelen die 's avonds bij D'Espesses moesten zijn, konden niet geloven dat zij zijn huis alleen met wapens en onder begeleiding konden bereiken.
Een week na zijn eerste remonstranties heeft D'Espesses van een fiscaal van het Hof van Holland vernomen dat deze aanval zoals in gewone zaken door een ondergeschikte rechtbank zal worden behandeld. D'Espesses wil echter alleen met HHM onderhandelen. In het uiterste geval zal hij zijn klachten uiteenzetten aan zijn koning, die deze niet zal negeren. Hij verzoekt HHM daarom antwoord te geven en vraagt maatregelen te treffen voor de veiligheid van zijn huishouding.
Cats zal namens Holland het gesprek met de ambassadeur - waartoe gisteren is besloten - houden.

1 De in het Frans gestelde memorie is geïnsereerd in S.G. 3187.