10
De
vorst van Palts-Neuburg krijgt toestemming voor vrije uitvoer naar
Düsseldorf van een last kaas, een halve last
kantert[kaas], een last boter, twee last stokvis, twee last
abberdaan,
twee last haring, een halve last schelvis, vier pond saffraan,
zestien
pond foelie, twaalf pond noten, zestien pond kaneel, duizend pond
suiker, een kwarteel olijven en gezouten citroenen, twintig korven
rozijnen,
tweehonderd pond blauwe rozijnen, tweehonderd pond krenten,
duizend
pond pruimen, vier korven vijgen, achthonderd pond amandelen,
driehonderd pond rijshout, vierhonderd pond was, vierhonderd pond
peper,
vierhonderd pond gember, zes pijpen Spaanse wijn, twee last zeep,
vijftig pond kruidnagel en een last bokking.