6
De
Gedeputeerde Staten van Utrecht
antwoorden d.d. 14 maart op de brief van HHM van 10/20 maart hun quote in de 300.000 gld. voor het uitdiepen van
Rijn en
IJssel en de fortificatie
van
Steenbergen op rente te hebben opgebracht. Van
dat
bedrag
hebben zij 9.000 gld. aan
Van der
Lingen gezonden om deze in te leveren. De resterende
8.487
gld. 7 st. 9 d. betalen zij wanneer de kribben tegen
de zandbergen en hoge zandschorren, die zand in de Rijn en IJssel
doen storten en ondiep maken, zijn verwijderd.
HHM verzoeken de heren van Utrecht ook het resterende bedrag te betalen. Als teken van hun goede bedoelingen zenden HHM de volgende resolutie aan de RvS.