9
HHM lezen in een brief uit
Soest
[in Westfalen] dat de soldaten aldaar muiten en in een brief uit
Lünen dat de vestingwerken in orde moeten worden
gemaakt. Beide brieven zijn gericht aan overste
Gent.
HHM geven de brieven tevens aan de RvS om die naast de gisteren overhandigde brieven aangaande de inlegering van de keizerlijken te onderzoeken.
Niettemin schrijven HHM ernstig aan de
Kleefse raden zo spoedig mogelijk de muiterij in Soest te stillen
door geld daarheen te sturen. Uit de bespreking met de heer
Ahr en ontvanger
Onckel concludeert men dat niet
alleen het tegenwoordig in dienst zijnde maar nog meer
volk onderhouden kan worden van de contributies. Daarnaast lopen
zij
een miljoen1 achter in
betaling en is er van het betaalde geld een
groot
bedrag naar de ambtskamer gegaan. De Kleefse raden hebben dus wel
geld om
de muiterij te stillen. Als zij dit niet doen, dan worden zij naast
de
muiterij en de daaruit voortkomende problemen beschuldigd van het
niet nakomen van de alliantie.
HHM schrijven tevens de in Soest commanderende kapitein over de moeite die men doet om daarheen geld te laten komen. Zij verzoeken hem zich ijverig in te zetten om de muiterij te doen ophouden.
04/04/1628, 9
1
Een muntsoort ontbreekt.