17/04/1628, 8

 
English | Nederlands

17/04/1628, 8

8 In een brief d.d. 13 april stuurt de RvS een kopie van een door hem op 18 maart aan de provincies gezonden schrijven.1 Daarin klaagt de Raad over de volgende punten:
I De verwarring op het gebied van de financiƫn door achterstallige betaling van het krijgsvolk te land en ter zee en de overige legerlasten en fortificatiewerken.
II Het inkomen en de lasten van het land worden niet goed in balans gebracht.
III De staat van het land wordt niet onderzocht voordat men nieuwe kosten maakt.
IV In de regering van het land is sprake van een slechte onderlinge verstandhouding.
V De RvS wordt buiten de belangrijkste kwesties en besluiten gehouden.
VI De wanorde neemt steeds meer toe, het vertrouwen in het land ontbreekt en de publieke autoriteit wordt geschaad.
VII Onder het krijgsvolk nemen gebrek aan respect en ongehoorzaamheid de overhand, ten koste van de militaire discipline en justitie.
In de brief aan de provincies verzoekt de RvS daarom - als enige college waarvan de leden onder ede beloven het belang van de Generaliteit te dienen - een instructie te krijgen waardoor zij hun eed in dienst van het land kunnen nakomen. HHM moet zijn bij de provincies betrachte moeite ondersteunen opdat de RvS beter zijn bedoelingen kan uitwerken.
HHM hebben de brief besproken met Z.Exc. Volgens hem hebben Van der Lingen en Gruijs namens de RvS ongeveer een maand geleden het concept hiervan aan hem geopenbaard. Hij ontraadde hun de brief aan de provincies te sturen en heeft dit de volgende dag herhaald, omdat hij had bedacht hoe schadelijk verzending ervan voor het land zou zijn. Daarbij heeft Z.Exc. gevraagd er niets meer aan te doen zonder dit nader met hem te bespreken, hetgeen Van der Lingen en Gruijs hebben beloofd.
HHM vragen de ontboden raden van State waarom zij de punten in de brief niet met hen hebben besproken om tot een oplossing te komen. Dit zou de juiste manier zijn om de problemen op te lossen, terwijl deze door het sturen van de brief aan de provincies zijn vergroot: de consenten zijn uitgesteld en het land is in onrust gebracht.
Ten tweede vragen HHM of de brief - zoals erin wordt gesteld - met eenparige stemmen is aangenomen.
De raden van State antwoorden op deze twee punten dat de RvS met eenparige stemmen heeft besloten de gezamenlijke provincies, hun lastgevers, te berichten over de moeilijkheiden waarin het land al enige tijd verkeert. Dit is niet gebeurd om iemand te beschadigen maar om tot de beste oplossing te komen.
Op de vraag waarom zij de brief hebben verzonden zonder deze te hebben besproken met Z.Exc. antwoorden zij niet te zijn bericht dat die om nadere informatie zou hebben gevraagd.
HHM herinneren de raden van State eraan dat hun lastgevers weliswaar de gezamenlijke provincies zijn, maar dat die worden vertegenwoordigd door de Staten-Generaal. Indien zij iets aan hun lastgevers willen melden, dan moeten zij zich dus wenden tot HHM.
De aanwezige raden van State weigeren te antwoorden op de herhaalde vraag van HHM om de afzonderlijke klachten uit de brief toe te lichten, omdat de andere raden niet aanwezig zijn. Aangezien de RvS ook bij afwezigheid van enkele leden hetzelfde college blijft en dus over zaken moet beslissen, en deze kwestie niet kan worden uitgesteld omdat de Staten van Holland bijna uiteengaan, beloven de raden van State hun redenen voor morgen schriftelijk in te leveren. Daarbij moeten zij uit hun geheugen putten zonder de overwegingen van de afwezige raden anders weer te geven.

1 Deze brief is gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 639-640/folio I, 781.