1
Kapitein
Codde van der Burch schrijft d.d. Het Vlie 6 mei met de andere oorlogsschepen
nabij het
Rif van Skagen en de
Doggersbank drie Duinkerkers te zijn tegengekomen.
Op
29
april heeft hij één van de schepen met zestien gevangenen en
uitgerust met tien gotelingen en twee steenstukken veroverd op
voorwaarde dat het volk (zestig matrozen en 21 soldaten) in
handen
van justitie zou komen. Een andere Duinkerker wordt nog achtervolgd
door twee oorlogsschepen. Codde verzoekt hem en de andere kruisers
van
musketiers te voorzien.
HHM bespreken de brief met Z.Exc. om de musketiers te regelen.