6
De
heer van Dyden, commandant van Emmerik, verzoekt HHM ontvanger
Onckel te gelasten hem spoedig het
door hem voorgeschoten geld voor het onderhoud van de compagnie van
Soppenbroeck terug te betalen.
Daarnaast vraagt hij acht te slaan op de op 14 mei1genomen resolutie over deze
kwestie.
HHM laten Dyden zonder onderscheid betalen uit de contributies, schulden en ander in het Land van
Mark,
Berg,
Ravensberg,
Kleef en
Ravenstein geïnde oorlogsgeld. Door deze betaling
mag
echter niet de compagnie van Soppenbroeck worden verzwakt.
1
Dit moet 15 mei zijn.