4
De binnengekomen
Martijn van der Meeden doet een propositie1.
I De soldaten van
Stade was beloofd zes maanden in dienst van de
koning van Denemarken te zijn.
Daarom
verzoeken de commissarissen en krijgsraden HHM de 450 uit Stade
afkomstige geoefende Duitse soldaten in dienst te nemen en daarvoor
in de plaats zoveel staatse soldaten naar
Glückstadt
te sturen. Daarmee kan
men
immers veel rekruteringsgeld besparen hetgeen het leger ten goede
komt.
II De admiraal van Z.M. heeft commissie de zes toegezegde schepen van HHM en de Engelse schepen in dienst van zijn koning op de
Elbe in te zetten. Onder het voorwendsel van neutraliteit hebben
de Nederlandse schepen dit echter geweigerd, waarmee Z.M. geheel
niet
gediend is. De generaal, commissarissen en de krijgsraad vragen HHM
hun schepen
voor de Deense koning te laten inzetten, anders zijn zij
nutteloos.
III Van der Meden heeft het besluit van HHM met commissaris
Van Donep ter ratificatie aan Z.M. gezonden. Van Donep zal deze
ratificatie terugbrengen. Van der Meden hoopt dat HHM vasthouden
aan
hun resolutie en de subsidies geregeld via
Paul
de Willem naar de Elbe sturen opdat dat gebied
bewaard
zal blijven.
IV Volgens een brief van commissaris
Buchwolden is de vesting
Krempe voorzien. Daarnaast is
de dertigduizend pond proviand, die de
Engelse ambassadeur naar Stade
heeft
gezonden, binnen Krempe gebracht.
Ten slotte vraagt Van der Meden een gunstig besluit, zodat hij vandaag kan terugreizen.
HHM stellen een besluit over de propositie uit tot zij aan het eind van de middag advies hebben ingewonnen van Z.Exc.
20/05/1628, 4
1
De in het Duits gestelde
propositie is geïnsereerd in S.G.
3187 en in vertaling gedrukt
in:
Aitzema, S. & O. kwarto II,
652-653/folio I,
786-787.