04/06/1628, 5

 
English | Nederlands

04/06/1628, 5

5 De Amsterdamse afgevaardigden Geurt Dirxsz., burgemeester, Jacob Jacobsz. Hinloopen, Teulingen, Hoochcamer, Hudde en pensionaris Boereel compareren. Voor een betere beveiliging van de zee doen zij mondeling een propositie. Op verzoek van HHM is deze schriftelijk ingediend.1
De Amsterdamse kooplieden klagen voortdurend bij de burgemeesters over dagelijks door zeeroverij geleden schade. De burgemeesters en raden stellen HHM en Z.Exc. voor vanwege de noodzaak en de beperkte geldvoorraad van het land met hun goedkeuring tien à twaalf goed uitgeruste oorlogsschepen te equiperen. Zo kan de zee worden beveiligd conform een door HHM te autoriseren instructie en commissie van Z.Exc. Het benodigde geld wordt voor het land op krediet van de stad geleend, mits het wordt terugbetaald door het in mindering te brengen op de door haar reeds gedragen en nog te dragen consenten. Slechts de burgemeesters of hun gecommitteerden zouden de genoemde equipage en de bijbehorende geldtransactie mogen leiden.
HHM bedanken de heren van Amsterdam voor hun ijver. Zelf hebben zij alle mogelijke moeite gedaan, en doen zij dat nog steeds, de vastgestelde maatregelen voor de beveiliging van de zee in het werk te stellen. Als lid van de regering van Holland weten de Amsterdamse heren echter dat de consenten verband houden met de lasten. Door hierin verandering aan te brengen zou eenvoudig grote verwarring kunnen ontstaan binnen het landsbestuur. HHM vragen of de afgevaardigden hun voorstellen inzake de betaling en terugbetaling van het geld en de leiding van de schepen zo kunnen indienen dat deze voor het land aannemelijk zijn en beter overeenkomen met de daarbij gebruikelijke wijze.

1 De propositie is ingevoegd in S.G. 3187.