07/06/1628, 6

 
English | Nederlands

07/06/1628, 6

6 HHM resumeren het op 30 mei door de RvS opgestelde advies aangaande de brieven van Ernst Casimir en de graaf van Anholt.
Na overleg met Z.Exc. laten HHM Ernst Casimir terugschrijven aan Anholt dat het door schipper Jan Pietersz. vervoerde volk in goede overeenstemming en met vliegende vaandels uit Fürstenau is gekomen. Bovendien mochten zij niet naar hun koning gaan zodat men hen hier tenminste moest laten inschepen. Daarmee menen HHM echter niet tegen de neutraliteit te hebben gehandeld.
Inzake de burger uit Damme zien HHM niet in waarom uit Bremen komende Nederlandse kooplieden gehinderd worden in hun handel. Ernst Casimir moet erop blijven aandringen zowel deze als de anderen vrij te laten. Daarbij moet hij echter geen dreigementen voegen en zeker geen retorsie toestaan. Ernst Casimir moet juist proberen Anholt te vriend te houden opdat het land hier voordeel van heeft.
Aangaande het tegengaan van de door de graaf beklaagde toevoer vanuit de Republiek naar Oost-Friesland, hebben HHM reeds eerder een besluit genomen. Daar blijven zij voorlopig bij.