08/06/1628, 13

 
English | Nederlands

08/06/1628, 13

13 In een remonstrantie klaagt de Kleefse regering dat commandant Mulart de korenzolders van de keurvorst in Gennep heeft gesloten. Tot nog toe houdt Mulart de zolders verzegeld. De remonstranten verzoeken HHM de commandant opdracht te geven de zolders weer te openen en het gebruik aan de keurvorstelijke dienaren toe te staan.
Daarnaast lezen HHM een remonstrantie waarin de Kleefse regering klaagt dat de commandant een groot aantal van de mooiste bomen in het woud heeft laten omhakken. Deze zijn niet gebruikt voor de werken van Gennep en Ravenstein maar in zijn voordeel verkocht en overgedragen aan schippers en andere lieden. Verder heeft de commandant in zijn brief de wouddienaren van de keurvorst voor de aanbestede werken van Gennep gelast te leveren: vierhonderd vim lang rijshout en een voorraad van driehonderd vim rijshout - te gebruiken bij de belegering -, vierduizend "storm aken", 52.000 handpalen en dertig vim "eergerden". Daarbij is vastgesteld dat zij dit hout binnen veertien dagen gereed moeten hebben en naar Gennep vervoeren. De Kleefse regering verzoekt HHM hiervoor een regeling te treffen en de commandant ernstig te gelasten voortaan geen hout meer te laten hakken zonder haar daarvan op de hoogte te stellen.
HHM geven beide remonstranties voor advies aan de RvS. De Raad moet berichten waarom er in strijd met het verdrag met de keurvorst opdracht is gegeven hout te hakken.