14/06/1628, 26

 
English | Nederlands

14/06/1628, 26

26 De afgevaardigden van de Grote Visserij compareren en klagen dat slechts één van de vier door de Admiraliteit te Rotterdam voor het konvooi van de op de Maas klaarliggende tweehonderd haringschepen en zestig kleine vissers beloofde schepen is verschaft. Eén van de beloofde schepen is ingezet voor het konvooi van de Rouenvaarders en twee andere zullen niet op tijd gereed zijn. Zij verzoeken HHM in deze zorgelijke situatie het voor het kruisen bestemde op de Maas gelegen eskader oorlogsschepen voor veertien dagen in te zetten voor het konvooieren van de haringschepen en kleine vissers. Intussen kunnen de in Amsterdam en Rotterdam gelegen konvooischepen worden voltooid en op zee gaan, waarna het eskader kan terugkeren naar om te kruisen in haar district.
Voor deze keer en zonder dat dit besluit een precedent schept, laten HHM het eskader kruisers gebruiken voor dit konvooi. Na veertien dagen moet het eskader terugkeren naar haar district om te kruisen. Noortwyck en Van der Dusse bespreken dit met Z.Exc.