22/06/1628, 18

 
English | Nederlands

22/06/1628, 18

18 De afgevaardigden van de Admiraliteit te Amsterdam compareren en melden dat hun College geen geld, scheepsmaterialen en munitie heeft en diep in de schuld zit zodat er geen krediet is om benodigdheden aan te schaffen. Dagelijks worden de raden door crediteuren van het land kwalijk benaderd, zowel in het College als bij hen thuis of op straat. Ook bezitten zij tot grote ontevredenheid van kooplieden en zeelieden geen oorlogsschepen om de koopvaardijschepen behoorlijk te konvooieren. De afgevaardigden verzoeken HHM daarom het College een aanzienlijk bedrag te geven en de drie door het College voor de bezetting van de Elbe weggezonden oorlogsschepen te laten terugroepen om voor het konvooi te worden aangewend.
Aangaande het eerste punt laten HHM de descharges van het door de RvS in de generale petitie verzochte tweede miljoen (het eerste miljoen is in de staat van oorlog te water over de provincies gerepartieerd) ter ondersteuning van de Admiraliteit over het lopende jaar depĂȘcheren om onder de verschillende Colleges te worden verdeeld. Enkele heren zullen met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges een nauwkeurige lijst van inkomsten en uitgaven van de Colleges opstellen. Conform deze lijst moeten zij het subsdiegeld verdelen. Daarbij moet ook een voet worden vastgesteld voor de door de Colleges uit te voeren scheepsuitrusting.
HHM zullen het tweede punt met Z.Exc. bespreken.