20
Nieustadt en
Aert van Eck, raden van
de Admiraliteit te Rotterdam, compareren en dienen hun verbaal in
over
de betaling en visitatie van de vier in de
Waal op wacht liggende oorlogsschepen en de
overplaatsing van de bemanning op de redoutes, conform de
resoluties
van HHM d.d. 29 mei en 6 juni en van de RvS d.d. 1 mei.
1
Op 18 juni hebben Nieustadt en Van Eck in
Nijmegen 27.500 pond van 40 groten ontvangen van de commies van
ontvanger-generaal
Doubleth.
Vervolgens
zijn zij naar het voor
Kekerdom op wacht gelegen
oorlogsschip gegaan,
waarop kapitein jonkheer
Dirck van
Brienen met 33 bemanningsleden heeft gediend. Zij achten
23 bemanningsleden
hiervan
geschikt voor dienst op de redoutes, onder wie de luitenant. Hij is
provisioneel aangesteld als commandant op de redoute van Kekerdom.
Tevens bezochten zij het voor het viswater gelegen
schip
van kapitein
Albert van Velsen.
Van
diens 28 bemanningsleden vonden zij er negentien geschikt om op de
redoutes
te dienen.
De in totaal 42 mannen zullen onder commando van kapitein
Brienen
dienen op de redoutes in de
Overbetuwe. Hoewel
deze redoutes
conform
de last van HHM tezamen met zestig man moeten worden bezet, hebben
de
afgevaardigden besloten tot de onderstaande provisionele
verdeling:
Tien mannen worden met de genoemde luitenant op de redoute van Kekerdom geplaatst.
Aangezien de kapitein van de bij het huis te
Oosterhout op de Schoordijk gelegen redoute nog
achttien man te weinig heeft, hebben de afgevaardigden deze
niet bemand
en de kapitein gelast zo spoedig mogelijk de rest
van
zijn volk aan te nemen.
Op de redoute Den Overdijelick, boven het huis te
Loenen op de Schoordijk, zijn twaalf mannen met een sloep
aangesteld.
De redoute van
Winssen heeft de kapitein bezet met negentien man met twee
sloepen.
Op het voor Winssen gelegen oorlogsschip waarop kapitein
Jan Jacobsz. van Nes dient, hebben de afgevaardigden 28 mannen aangetroffen, van
wie
zij er 23 geschikt achten. Provisioneel hebben zij de schipper
daarbij
opgeteld. Van de achttien bemanningleden van het voor
Ulennest [onder Tiel] gelegen oorlogsschip van
schipper
Henrick Coenen de Gruys zijn tien
mannen
geschikt. In totaal zijn er hier dus 33 mannen beschikbaar.
Uiteindelijk hebben 48 mannen opdracht onder kapitein Jan van Nes te dienen op de vier redoutes in de
Nederbetuwe. Deze zijn reeds als volgt
onderverdeeld en voorzien van een sloep:
Twaalf man op de redoute van de
Kesterense waard, onder wie schipper
Willem
Wolphertsz..
Twaalf man op de redoute op het boven het huis te
Leeuwen gelegen
"Caesant"
Twaalf man op de redoute van
"Berchswaert", de Schelvis genaamd.
Twaalf man op de redoute De Vogelsanck.
De betaling van de vier scheepsbemanningen bedraagt:
6.100 pond 5 st. 4 d. aan kapitein Brienen en zijn bemanning.
4.383 pond 1 st. 9 d. aan kapitein Aelbert van Velsen.
4.558 pond 3 st. 9 d. aan kapitein Van Nes.
2.056 pond 17 st. 4 d. aan schipper Henrick Coenen de Gruys.
Het totaalbedrag van 17.098 pond 8 st. 2 d. wordt afgetrokken van de 27.500 pond, zodat er nog 10.401 pond 11 st. 10 d. in kas is.
12/07/1628, 20
1
Het verbaal is geïnsereerd in S.G. 3187.