5
Strick en
Weede, extraordinaris
afgevaardigden van Utrecht, compareren. Zij verzoeken in
aanwezigheid
van
Terestein hun bezwaren tegen
de
voorgenomen werken voor het uitdiepen van de
IJssel te
mogen uiteenzetten. Na het weerwoord van Terestein hierop te hebben
gehoord, zouden HHM met kennis van zaken nader kunnen
beslissen.
HHM houden vast aan hun gisteren genomen besluit inzake de IJssel. Ook schrijven zij
Vijch,
Overlander en
Van der Linge zo spoedig mogelijk
naar
Arnhem te gaan. Daar moeten zij krachtens eerdere
commissie met Terestein onder hun toezicht de werken in
IJsseloord helpen laten bouwen. Desondanks
mogen de
afgevaardigden van
Utrecht
op
een
geschikt gelegenheid hun bezwaren uiteenzetten.