16/08/1628, 1

 
English | Nederlands

16/08/1628, 1

1 De heren van Holland berichten dat vice-admiraal Lieffhebber, kapitein Peckius en Mees den Boer niet van zee hadden mogen komen met de op de vijand veroverde prijs. Zij hadden het volk van het buitgemaakte schip moeten verdelen over hun schepen en met sterkere bezetting hun overwinning op de vijand moeten voortzetten. De op zee begane ongehoorzaamheid van Peckius, waarover Lieffhebber heeft geklaagd, moet in acht worden genomen. Verder berichten de heren dat de vijand op zee rooft en al enkele buizen heeft verjaagd. Dit wordt bevestigd door enkele binnengekomen kooplieden uit Delfshaven. Zij verzoeken HHM de bescherming van de visserij beter te regelen.
HHM stellen een besluit uit over het tussen Lieffhebber en Peckius gerezen geschil inzake het veroveren van een vijandelijk schip en de vergoeding daarvan. Zij gelasten vice-admiraal Lieffhebber om zo spoedig mogelijk naar zijn schip te gaan en zee te kiezen. Adrichem en Aelbertsz. moeten met Z.Exc. bespreken of het nuttig is als kapitein Peckius mee op zee gaat of dat hij aan land moet worden gehouden. Conform dit advies moeten zij er met de Admiraliteit te Rotterdam over besluiten. Ook moeten Adrichem en Aelbertsz. met hulp van het College de schepen van het eskader van Lieffhebber en alle andere voor de kust van Vlaanderen en het kruisen van de Noordzee bestemde schepen zo spoedig mogelijk van de Maas op zee brengen ter bescherming van de visserij en haringvangst.