8
In een rekest meldt
Dirck Scheij, soldaat onder kapitein
Pieter
Aertsz. van Braeckel, dat zijn met veel andere goederen
ten
onrechte door die van
Keulen gestolen beitelaak in
Rees is
aangekomen. Hij verzoekt om zijn aak weer te mogen meenemen en HHM
de
commandant van Rees te laten
gelasten om hem daarbij te helpen.
HHM schrijven de genoemde commandant om de aak aan de suppliant te laten teruggeven, behalve indien de huidige eigenaren gewichtige tegenargumenten aanvoeren welke hij denkt in aanmerking te moeten nemen. In dat geval moet de commandant HHM ervan op de hoogte stellen, terwijl de aak geconfiqueerd blijft.